"Kun jij ook wat maken met deze twee potten kersen?" vroeg mijn schoonzus, die per ongeluk de verkeerde soort kersen in pot had gekocht. Ik bakte er deze lekkere appel-kersentaart mee!
Omdat de vulling van kersen en appeltjes zelf al zo zoet is, gebruikte ik een wat minder zoet taartdeeg. Je kunt trouwens ook alleen kersen (zonder appel dus) als vulling gebruiken; dan heb je nog 350 gram extra kersen nodig. Maar mijn schoonzus had niet zóveel kersen gekocht, dus om toch genoeg vulling te krijgen deed ik er twee appeltjes door. Lekker!
Ingrediënten voor 1 taart van 12 stukjes
Voor de taartbodem:
- 350 gram bloem
- 1 theelepel zout
- 2 eetlepels suiker
- 225 gram koude ongezouten roomboter, in blokjes
- 60 ml ijskoud water
- een beetje paneermeel
- een beetje melk
Voor de vulling:
- 150 gram witte basterdsuiker
- 3 eetlepels maizena
- 1/4 theelepel zout
- 700 gram verse kersen, zonder pit, of 700 gram kersen uit een pot of blik, goed uitgelekt en droog gedept
- 2 Elstar appels (of een andere zoetzure appelsoort), geschild en in blokjes
- 2 eetlepels citroensap
- 1 theelepel dr. Oetker citroenrasp
- 1/2 theelepel vanille aroma
- 20 gram koude roomboter, in kleine blokjes
En zo maak je 'm
- Roer de bloem, zout en suiker door elkaar.
- Doe de boter er bij en maak er met je handen een kruimelige massa van.
- Voeg tot slot het koude water toe en kneed het kort door elkaar tot een gladde bal. Als het deeg te droog en kruimelig blijft, voeg er dan nog een extra eetlepel koud water aan toe.
- Verdeel het deeg in tweeën. Rol beide stukken deeg tussen twee vellen bakpapier uit tot twee ronde platte deegplakken, die net iets groter zijn dan je bakvorm. Leg beide deegplakken een uur in de koelkast.
- Verwarm de oven voor op 220 graden.
- Roer de suiker, maizena en zout door elkaar. Meng de kersen en appelstukjes er door. Roer tot slot de citroenrasp, citroensap, en vanille aroma er door. Zet het mengsel even aan de kant.
- Vet een ronde taartvorm van 25 cm doorsnede in met boter of bakspray. Bekleed de vorm met één van de twee deegplakken. Rol met een deegroller het overtollige deeg bij de randen er af. Prik met een vork gaatjes in de bodem en strooi er daarna een beetje paneermeel over heen.
- Doe de kersen-appelvulling in de taart. Verdeel de blokjes roomboter er over.
- Snijd de andere deeglap met een pizzasnijder in repen. Maak daarmee een raster op de taart (hier kun je stap-voor-stap foto's vinden voor het vlechten van zo'n raster). Je kunt overigens ook een dichte taart maken (dan doe je de hele deeglap er op) of figuurtjes uit de deeglap steken, en dan de deeglap op de taart leggen. Rol met een deegroller het overtollige deeg bij de randen er af.
- Bestrijk het deeg met wat melk.
- Bak de taart 15 minuten bij 220 graden. Verlaag daarna de oventemperatuur naar 190 graden en bak de taart nog 40-45 minuten, tot hij goudbruin is. Leg zo nodig tijdens het bakken een stuk aluminiumfolie over de taart, om te voorkomen dat hij te donker kleurt.
- Laat de taart minstens 4 uur afkoelen op een rooster, zodat de vulling op kan stijven.
Reactie plaatsen
Reacties