Swirl koekjes met spikkels

Dit zijn eigenlijk de leukste bakprojecten: met lekker veel kleurtjes en spikkels! <3 Dit keer maakte ik deze swirl koekjes met rood deeg, maar ik maakte ze ook al eens in het blauw. De jongens zijn gek op deze vrolijke koekjes! 

Het was niet de eerste keer dat ik deze koekjes maakte; een paar jaar geleden maakte ik ze al eens met blauw deeg er in (zie de oude foto helemaal onderaan). Bij beide kleuren was het ongebakken deeg (en ook de spikkels) veel feller van kleur dan nadat de koekjes uit de oven kwamen. 

De koekjes zijn als ze helemaal zijn afgekoeld lekker knapperig. Meteen uit de oven zijn ze nog zacht, dus je moet ze eerst een minuut of 5 op de bakplaat laten afkoelen, en ze daarna (met bakpapier en al) verplaatsen naar een rooster. Het komt goed hoor, als ze helemaal zijn afgekoeld zijn ze lekker stevig geworden! 
 

Ingrediënten voor 24-30 koekjes

  • 260 gram bloem
  • 1/2 theelepel bakpoeder
  • 1/4 theelepel zout
  • 130 gram fijne kristalsuiker
  • 50 gram witte basterdsuiker
  • 280 gram ongezouten boter, in blokjes gesneden
  • 1 theelepel vanille-extract

Extra voor het gekleurde deeg:

  • 1/2 theelepel amandelextract
  • paar mespuntjes kleurstof
  • 2 eetlepels bloem
  • 1 kopje spikkels

 

En zo maak je ze

  1. Meng de bloem, bakpoeder, zout en suiker door elkaar. Mix daarna de boter er door heen. Voeg tot slot de vanilleextract toe en maak een bal van het deeg.
  2. Verdeel het deeg in tweeën. Voeg aan één helft de amandelextract, kleurstof en 2 eetlepels bloem toe en meng goed door elkaar. 
  3. Doe beide deegballen tussen twee vellen bakpapier en rol beide ballen uit tot een platte rechthoek van ongeveer een halve centimeter dik. Leg beide deeglappen tussen het bakpapier twee uur in de koelkast. Misschien denk je: waarom? Nou, de beide deegplakken zijn nu zo zacht dat je ze niet goed op elkaar kunt krijgen. Dan kleeft alles aan elkaar... eerst even goed koelen dus. 
  4. Doe de spikkels in een ondiepe rechthoekige schaal die minstens zo breed is als het deeg (bijvoorbeeld een grote ovenschaal).
  5. Haal het deeg uit de koelkast en haal het bakpapier er af (bewaar wel minstens één vel voor bij stap 6). Leg de gekleurde deeglap boven op de andere deeglap. Laat het deeg daarna weer wat warmer (en dus zachter) worden. 
  6. Zodra het deeg zacht genoeg is om te rollen, rol je het op vanaf de breedste kant. Je krijgt dan één lange worst. Als er een breukje in het deeg komt, smeer die dan voorzichtig weer dicht met je vinger. Heel erg is dat niet hoor; tijdens het bakken lopen de koekjes uit & worden alle gaten en scheuren weer opgevuld. Rol de deegworst door de spikkels, zodat 'ie helemaal bedekt is met spikkels. Wikkel de spikkelrol weer in een vel bakpapier en leg 'm daarna minstens vier uur in de koelkast om op te stijven.
  7. Verwarm de oven voor op 165 graden.
  8. Haal de deegrol uit de koelkast. Snijd plakken van ongeveer 0,5 centimeter dik en leg ze op een met bakpapier beklede bakplaat. Leg ze niet te dicht op elkaar, de koekjes lopen uit tijdens het bakken. Ik heb een grote oven, maar had ook daarmee drie keer bakken nodig (ik legde maximaal 12 koekjes per keer op de bakplaat).
  9. Bak de koekjes in ongeveer 15-17 minuten gaar. Haal de bakplaat uit de oven en laat de koekjes daarna een minuut of 5 afkoelen op de bakplaat (ze zijn dan nog te zacht om te verplaatsen. Verschuif daarna het bakpapier met de koekjes naar een rooster en laat de koekjes helemaal afkoelen.  


 

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.